Om een woning te verwarmen is een warmteafgiftesysteem nodig. Dit systeem moet zo effectief mogelijk warmte afgeven om het verlies uit de woning te compenseren en in de warmtebehoefte per ruimte te voorzien.
Waarschijnlijk wordt nu je woning vooral verwarmd met een cv-ketel en radiatoren. De cv-ketel is meestal zo ingesteld dat het water dat naar de radiatoren gaat opgewarmd wordt tot zo’n 70 à 80 graden. Dat is de standaardinstelling. In huizen die niet zo goed geïsoleerd zijn, is die hoge watertemperatuur nodig om het huis op koude dagen warm te krijgen. Maar een goed geïsoleerd huis kun je ook warm krijgen met een watertemperatuur van zo’n 35 tot 55 graden: dat is de temperatuur die een warmtepomp levert. Dus in het zonnewarmtenet is dit de temperatuur van het water in je verwarmingssysteem.
Jouw verwarming (het afgiftesysteem) moet dan wel voldoende warmte kunnen afgeven. Dat kan als het een groot oppervlak heeft. Vloer- of wandverwarming zijn hiervoor gemaakt, maar ook je huidige radiatoren kunnen geschikt zijn of worden gemaakt. Er zijn ook radiatoren of convectoren die speciaal ontworpen zijn voor lage temperatuur. Een afgiftesysteem dat geschikt is voor lage temperatuur, noemen we lagetemperatuurverwarming (ltv).
Lage temperatuurradiatoren en vloerverwarming zijn het best geschikt voor lage temperatuur verwarming. Met een vloerverwarmingssysteem kan ook worden gekoeld.
Bron: Milieu Centraal.